evangelische boekhandel

Hebreeën

€ 6,00

Een Bijbelcommentaar door K. Fieggen

 

De brief aan de Hebreeën neemt een bijzondere plaats in temidden van de boeken van het Nieuwe Testament. Als geen ander bijbelboek legt deze brief de link met het Oude Testament. Het is geschreven aan Joodse christenen die voor de vraag stonden wat hun positie moest zijn - enerzijds ten opzichte van hun Joodse landgenoten en anderzijds ten opzichte van de christenen. In die tijd (niet zo lang voordat Jeruzalem door de Romeinen werd ingenomen en verwoest - in 70 AD) kosste het heel wat om christen te zijn. Vervolging van christenen gebeurde ook door Joden. Joodse christenen vroegen zich dus af waar hun loyaliteit lag en hoe het leven als christen (als volgeling van de Here Jezus) zich verhield tot wat God in het Oude Testament had laten opschrijven.

 

De kern van de brief is wie Jezus is: Zijn heerlijkheid wordt breed uitgemeten, als Zoon, als Hogepriester en als Overste Leidsman. In alles is Hij hoger, meer en beter en dat geldt ook voor de roeping en de toekomst van de christen. Een goed verstaan van deze brief is essentieel voor de discussie rond de plaats van het Oude Testament (met de Wet, de Offers en de Feesten) voor de christen. Wat is de betekenis van de schaduwbeelden en waarin verschilt de werkelijkheid in Christus hiervan? De brief bevat ook enkele moeilijk te begrijpen onderdelen m.b.t. de behoudenis - kun je weer verloren gaan als je eenmaal christen bent geworden?

 

Dit commentaar gaat niet diep in op allerlei voorvragen maar probeert een goede en overzichtelijke bespreking van de tekst te bieden. Naast een algemene lijn is er ook ruimte voor nadere toelichting van bepaalde begrippen en uitlegkundige vragen. Kleiner gezet is de vers voor vers bespreking van details die in de lijn van het verhaal niet of onvoldoende aan bod komen.

 

Voor deze studie heeft de auteur dankbaar gebruik gemaakt van een reeks van commentaren, die veelal meer informatie over de voorvragen bieden. De voornaamste geraadpleegde werken staan vermeld op pagina 79.